Opname FAQ
Deze pagina bevat de FAQ (Frequently Asked Questions), die een aantal vragen omtrent het maken van een opname beantwoorden. Mochten er toch nog vragen zijn, kunt u natuurlijk altijd contact opnemen.
Deze pagina bevat de FAQ (Frequently Asked Questions), die een aantal vragen omtrent het maken van een opname beantwoorden. Mochten er toch nog vragen zijn, kunt u natuurlijk altijd contact opnemen.
De registratie wordt multitrack uitgevoerd en later afgemixed. Dit betekent dat elke microfoon op een apart spoor wordt opgenomen en de balans (in zowel sterkte als tijd) achteraf in de studio bepaald wordt. Een ‘studio’ registratie heeft een andere opzet. Er worden tijdens het opnemen diverse takes van een compositie gemaakt. Later, tijdens de edit sessies in de studio, worden deze takes verknipt en aanelkaar geplakt tot één geheel.
De opname vindt altijd op locatie plaats. In de studio is geen plaats voor het opnemen van groepen. In de studio wordt wel de mix, edit en master aangemaakt. Daarnaast is het mogelijk om solisten apart later in te laten spelen op de eerder gemaakte opname.
De kwaliteit van de opname wordt voornamelijk bepaald door de kwaliteit van het orkest, koor of band. Hoewel deze open deur nu vakkundig ingetrapt is, wordt nog een keer benadrukt, dat de opname in veel mindere mate bepaald wordt door de akoustiek van de zaal of de apparatuur. Hoe beter het orkest, koor of band is voorbereid, hoe minder takes er nodig zijn en hoe beter het resultaat.
Ervaring leert, dat het maken van een CD-opname met diverse takes veel meer tijd en inspanning vraagt van de muzikanten of zangers dan een concert of repetitie. Zorg daarom voor voldoende pauzes en (indien mogelijk) verhoog het uithoudingsvermogen van de muzikanten of zangers. Reken op ongeveer 1 uur opnametijd voor 5-10 minuten op de CD. Daarnaast is er een soundcheck nodig (bij een live concert registratie is dit vaak niet mogelijk), deze duurt ongeveer 60 minuten. Tijdens deze soundcheck kunnen de muzikanten of zangers zich warmspelen of inzingen, worden de signaalniveaus ingesteld en wordt de microfoonopstelling aangepast. Het opbouwen van de benodigde apparatuur neemt 1.5 tot 2 uur in beslag. Deze additionele tijden zijn belangrijk bij het reserveren van de ruimtes.
Tijdens de opname wordt een ruwe mix gemaakt, zodat de opname beoordeeld kan worden. Deze ruwe mix is slechts een indicatie van het resultaat omdat de uiteindelijke mix in de studio wordt gemaakt. Indien gewenst, kan tijdens de opname deze ruwe mix op DAT, MD of CD gezet worden. Dit dient men van te voren aan te geven.
Bij het maken van een ‘studio’ opname is de aanwezigheid van een opnameregisseur noodzakelijk. De taak van de regisseur is het bijhouden van de verschillende takes en hun kwaliteit. Hij/zij bepaalt of er voldoende takes van een compositie zijn om later tot een goed eindresultaat te komen. Hij/zij benodigt hiervoor uiteraard de partituren. Hij/zij staat in contact met de dirigent en bepaalt samen met hem, welke takes er genomen moeten worden. Wanneer u niet beschikt over een opnameregisseur, kan O-recordings voor u bemiddelen.
Vaak wil een aantal muzikanten de opnamen beluisteren tijdens de pauzes. Dit is uiteraard mogelijk, maar aangezien er met hoofdtelefoons wordt gewerkt, is het aantal mensen dat kan luisteren beperkt. Indien het noodzakelijk is, dat meerdere personen tegelijkertijd moeten kunnen luisteren naar de opname dient u dit van te voren duidelijk te maken. Afluistermonitoren zullen dan meegenomen worden naar de locatie.
De registratie voor klassieke muziek wordt (meestal) uitgevoerd in een zogenaamde DECCA-tree microfoonopstelling met daarnaast een aantal microfoons dichter bij de muzikanten, zangers of solisten. Voor klassieke opnames geeft dit het meest natuurlijke resultaat. Andere technieken zijn in overleg uiteraard eveneens mogelijk.
Om het plaatsen van de microfoons, voordat het orkest of koor aanwezig is, mogelijk te maken, is een plattegrond met de opstelling van het orkest of koor onontbeerlijk. Wanneer dit ruim van te voren beschikbaar is, kan er beter rekening mee gehouden worden.
De opnames worden altijd droog op ‘band’ gezet. Eventuele effecten, zoals bijvoorbeeld galm, echo enz. die tijdens de opname gebruikt worden voor de monitoring worden niet mee opgenomen. Dit maakt het aanpassen van de klankkleur nog mogelijk tijdens de mix.
Nadat de registratie is voltooid, volgt het mixen van de opnamen. Dit gebeurt altijd in de studio. Het mixen is het combineren van de verschillende tracks tot een stereo opname. Indien gewenst kan ook gemixed worden naar een 5.1 surround opname. Ook dit dient men vooraf kenbaar te maken, zodat de daarvoor benodigde apparatuur geregeld kan worden.
Tijdens het mixen worden de niveaus van de verschillende microfoons bepaald en indien nodig hun onderlinge tijdsverschillen aangepast. Daarnaast wordt ook de klankkleur bepaald en zullen de gewenste effecten toegevoegd worden (galm, echo, compressie, ruisonderdrukking, tempo, etc.). Afhankelijk van de gekozen microfoontechniek zijn stemmingscorrecties eveneens mogelijk.
De eerste mix is slechts een eerste indicatie. De uiteindelijk mix wordt gemaakt tijdens en na afloop van de edit.
Wanneer het een ‘studio’ opname betreft, wordt na de mix een of meerdere CD’s gemaakt met alle takes. De dirigent/leider kan dan de benodigde takes op zijn/haar gemak uitzoeken en wordt daarbij gesteund door de opmerkingen van de opnameregisseur, die tijdens de opnames gemaakt zijn (deze worden dan uiteraard ter beschikking gesteld).
De verschillende benodigde takes worden in de partituur opgeschreven, waarna in de studio de takes aan elkaar geplakt worden. Dit is een relatief tijdrovende klus. Het is dus zaak om het aantal takes tot een minimum te beperken.
Wanneer gekozen wordt om de keuzes voor de takes in de studio te maken en dus niet van te voren door de dirigent/leider is een meer interactieve edit mogelijk. Hierdoor zijn de keuzes tussen de verschillende takes makkelijker te maken, echter met verhoogde studiokosten.
Indien gewenst kan O-recordings ook het artwork voor de CD verzorgen. Onder het artwork wordt verstaan het design van het booklet, de inlay en de opdruk voor de CD zelf. Ook wanneer gekozen wordt voor een (beperkte) CDR oplage van de registratie is het mogelijk om artwork aan te maken tot en met een opdruk op de CDR. Voor het maken van het artwork zijn een aantal gegevens onontbeerlijk en het artwork dient ook zorgvuldig gecontroleerd te worden. Pas na goedkeuring worden de CD’s en het artwork in serieproductie vervaardigd.
Na de mix en de edit volgt het masteren van de opname. Bij klassieke muziekregistraties bestaat het masteren voornamelijk uit het aanpassen van de volumes van de verschillende composities en het in de juiste volgorde plaatsen. Een belangrijke keuze bij het masteren is het doel van de opname. Zo is het bij klassieke opnames ‘not-done’ om de opname behoorlijk te comprimeren. Echter wanneer de opname bedoeld is voor achtergrond muziek of een lichter programma is compressie noodzakelijk. Uiteraard zal dit in onderling overleg worden bepaald.Tot slot worden de verschillende track indexen gezet en de nodige administratieve handelingen verricht en is de CD klaar voor productie.
Elke reproductie dient aangemeld te worden bij Buma/Stemra. De kosten voor het verkrijgen van het recht voor seriereproductie is afhankelijk van de verkoopprijs en type van de geluidsdrager. De Stemra kosten dienen vooraf voor alle te reproduceren geluidsdragers voldaan te worden (ongeacht het aantal dat uiteindelijk echt verkocht gaat worden). Het is de verantwoordelijkheid van het orkest, koor of band om dit te regelen. O-recordings is hiervoor niet aansprakelijk. Indien gewenst kan O-recordings dit wel voor u coördineren en verzorgen.
Nadat de goedkeuring van Stemra is ontvangen kan men de geluidsdrager (meestal CD) reproduceren. Afhankelijk van de gewenste aantallen zal de reproductie bestaan uit het branden van CDR’s of het extern laten persen van grotere aantallen CD’s. Het omslagpunt tussen branden of persen ligt bij ongeveer 200 stuks. De minimale afname bedraagt 25 stuks tenzij anders overeengekomen.